Wandelen met baasje, vrouwtje en de kindjes is erg leuk. Samen met de kindjes verkennen we het pad.
Baasje kan meestal niet volgen, dus moet ik regelmatig terugrennen om te kijken of hij nog wel meekan. Hij is ook nog erg bang. Komen we een leuke modderpoel, sloot of plas tegen… dan durft hij er niet in met zijn pootjes. Om hem te tonen dat er niets is om bang voor te zijn, spring ik er vol overgave in. Meestal blijft hij dan nog steeds bang aan de kant staan wachten. Dan toon ik dat het water of de modder fijn zijn, door mij eens goed uit te schudden vlak naast hem of met mijn modderpootjes op zijn broek te springen. Zo kan hij langzaam wennen.
Ook samen door het dichte struikgewas rennen is prettig. Soms vinden we zelfs een plek waar je jezelf kan versieren met allemaal kleine kleefbolletjes. Baasje staat dan zoals gewoonlijk wat te trippelen langs de zijlijn. Wat zielig toch dat hij niet durft mee te spelen. Gelukkig heb ik veel trucjes om hem wat extra te motiveren. Zo blijf ik middenin een groot kluwen van braambessenstruiken en netels staan en ga wat zielig staan piepen. Meestal wekt dat wel zijn interesse om er mee in te springen. Ook een goede truc is helemaal achteraan mijn halster verstoppen. Aan een leuk verstopspelletje kan hij nooit weerstaan.
Ja, ja… het komt helemaal goed met mijn baasje.
Oeki
PS: baasje, naar beneden springen in een kleiput van ettelijke meters diep, is enkel voor gevorderde hondjes; niet alleen doen hoor!